In de verzetsheldenbuurt van Goes wordt een nieuwe straat vernoemd naar Rinus van der Hell, een lokale verzetsheld die zijn leven wijdde aan het ondergrondse verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. De dochters van Rinus, Ank en Ria, zijn verheugd dat hun vader eindelijk de erkenning krijgt die hij verdient.
Rinus van der Hell en zijn vrouw Dien waren actief binnen het verzet en verborgen onderduikers in hun woning aan de Lange Vorststraat in Goes. Tijdens een inval van de Duitsers in 1943 wist Rinus te ontkomen, maar zijn gezin werd hardhandig behandeld. Ondanks de risico's bleef het echtpaar zich inzetten voor het verzet door onder andere verzetskranten te verspreiden en een geheime tegeltjesfabriek te exploiteren.
Na de oorlog keerde het gezin Van der Hell terug naar Goes, maar Rinus kampte met ernstige gezondheidsproblemen door zijn verzetswerk. Zes jaar na de oorlog overleed Rinus op slechts 46-jarige leeftijd, als een wrak van zijn voormalige zelf.
De benoeming van de straat naar Rinus van der Hell komt na lang aandringen van zijn dochters, die vastberaden zijn om de nagedachtenis van hun vader levend te houden. De lokale gemeenschap reageert positief op het initiatief en erkent het belang van het eren van de lokale helden die hebben bijgedragen aan de vrijheid die we vandaag de dag genieten.
Met de nieuwe straatnaam voor Rinus van der Hell wordt een belangrijke stap gezet in het eren van de lokale verzetshelden. De onthulling van de straat zal gepaard gaan met herdenkingsceremonies en activiteiten om zijn moed en opoffering te gedenken en te eren.